Wie hoop ik dat er wint?
Na zes weken lezen, maak ik nog snel even de balans op voordat we vanavond te horen krijgen wie er dit jaar met de eer en met het geld vandoor gaat. Welk boek heeft mijn persoonlijke voorkeur? Allereerst vind ik dat de jury van de prijs dit jaar een overwegend goed lijstje heeft afgeleverd. Er was geen saai, slecht, te hoogdravend of oninteressant bij. Wel heb ik een persoonlijke hierarchie aangebracht. Helaas op de zesde plaats komt wat mij betreft Tikkop van Adriaan van Dis. Het boek kon mij te weinig boeien. Het kwam te laat op gang en sprong iets teveel heen en weer tussen heden en verleden waardoor ik de draad kwijtraakte. Op de vijfde plaats eindigt De Maagd Marino van Yves Petry. Een fascinerend boek dat de extreme kanten van het menselijk denken en gedrag bestudeert, maar te vaak raakte ik uit het verhaal en leek ik verzeild geraakt in een essay van Petry over zijn literatuuropvatting. Ook net buiten de medailles valt Peter Buwalda met zijn debuut Bonita Avenue. Ik had maar weinig aan te merken op dit meeslepende en spannende verhaal, maar net als bij sollicitatieprocedures zijn andere kandidaten soms gewoon net iets beter. Als ik toch iets moet noemen, het zijn vooral twee van de drie hoofdpersonages die af en toe net het randje van het acceptabele overschrijden als het gaat om geloofwaardigheid. Op de derde plaats staat voor mij Superduif van Esther Gerritsen. Dit mooie portret van een vreemd, afwijkend, typisch meisje met reddersfantasieën is helemaal raak en ik zou er dan ook geen moeite mee hebben als Gerritsen hiervoor beloond wordt met de 50.000 euro die voor de prijs staat. Datzelfde geld voor De Omweg van Gerbrand Bakker. Bakker heeft bewezen geen one-hit-wonder te zijn en begint een stevige plaats te veroveren aan de voorhoede van het huidige Nederlandse schrijversgilde. De Omweg vond ik de op-een-na beste Libris genomineerde van 2011. Ja… en zoals bij elke wedstrijd kan er maar één de winnaar zijn. Arnon Grunberg is zonder twijfel De Grote Eén van dit moment en na het overlijden van Mulisch de enige Nederlandse schrijver die in aanmerking komt voor het vrijgekomen plekje op de wedlijsten voor Nobelprijskanshebbers (zij het pas over een jaar of 10). Huid en Haar is weer een typisch Grunberg-boek en dus een erg goed boek van zeer hoge kwaliteit. Het predikaat ‘mooi’ zou ik er niet op willen plakken en hoewel ik af en toe hardop gelachen heb, kan ik evenmin zeggen dat ik heel erg van de roman genoten heb. Daarvoor is de inhoud te zwart en spreekt er een te pessimistisch wereldbeeld uit. Toch ben ik de boeken van Grunberg als een must gaan zien. Niemand houdt je zo goed op de hoogte van de huidige tijdgeest met al haar weerzinwekkende, afzichtelijke, maar ook komische dimensies. Mijn ongevraagd advies aan Philip Freriks en de zijnen is dus, geeft die prijs maar aan de grote afwezige vanavond, want daar hoort-ie toch het meeste thuis.
En wie verwacht ik dat er wint?
Het is overbodig te zeggen dat het moeilijk is om te voorspellen wie de prijs mee naar huis mag nemen, maar omdat speculeren leuk is, zet ik hier toch wat gedachten op een rijtje. In tegenstelling tot voorgaande jaren wordt er in de pers geen uitgesproken favoriet genoemd, zoals vorig jaar (Lanoye) en het jaar daarvoor (Mutsaers) en het jaar daar weer voor (Brouwers). Niet dat zoiets een goede voorspeller is, want in geen van de drie jaargangen ging de prijs ook echt naar de favoriet. Wat verder opvalt als je naar voorgaande jaren kijkt, is dat de jury’s van 2010 en 2009 vooral de stijl van de winnaar leken te willen belonen. In beide gevallen kwam er een Vlaamse winnaar uit de bus, in 2009 was dat Dimitri Verhulst en in 2010 Bernard Dewulf.
Als de huidige jury opnieuw naar stijl kijkt, zou er ook nu weer een Vlaamse winnaar uit kunnen rollen. Misschien is het omdat het secure en nette Nederlands van de meeste Vlamingen bij Nederlanders in de smaak valt. Yves Petry lijkt mij voor 2011 geen onwaarschijnlijke winnaar.
Dan is er nog het simpele feit dat als Arnon Grunberg op de shortlist staat, hij ook automatisch een net iets grotere kanshebber is dan de rest. Dit heeft met zijn staat van dienst te maken en waarschijnlijk ook gewoon met de kwaliteit van zijn werk.
Het zou wat flauw zijn om alle titels te noemen dus ik beperk me tot drie. Naast Petry en Grunberg zie ik Peter Buwalda als de grootste kanshebber. Het gebeurt niet vaak dat een debutant een grote prijs wint, maar Buwalda zou wel eens een uitzondering kunnen zijn. Vooral door de spanning en de vaart in het boek, past het goed in de huidige smaak van het grote publiek. Niet dat ik de jury ervan beschuldig te bezwijken voor commerciële belangen, maar wellicht dat er ergens in het onderbewuste van de leden toch iets in die richting meespeelt. En het is maar de vraag of dat per se onterecht is. We gaan het zien vanavond…
Over één boek zijn we het in ieder geval wel eens: Superduif stond ook in mijn top 3. Zeker het leukste boek dat erbij zat. Als Huid en Haar wat ingekort was, was ik misschien ook wel overstag gegaan.
BeantwoordenVerwijderen