dinsdag 11 januari 2011

DWIDB-trofee

Er zijn mensen die minimaal honderd boeken per jaar lezen, sommigen lezen er zelfs 365. Elke dag een boek. Zelfs al zou ik de hele dag de tijd hebben, dat laatste zou ik technisch gewoon niet voorelkaar krijgen. Ik heb gemiddeld ongeveer een week nodig voor een boek. Ietsje meer zelfs want de teller is bij mij het afgelopen jaar op 50 blijven steken.

Ik ben er een beetje laat mee, maar van die vijftig boeken die ik het afgelopen jaar las, heb ik een top 5 samengesteld. Ik had ook een top 10 kunnen maken, maar dan komt één op de vijf boeken in de lijst terecht. Dat vond ik nogal veel. Boeken die ik vóór 2010 al eens eerder gelezen heb (zoals De Aanslag van Harry Mulisch) heb ik buiten beschouwing gelaten. Voor de uiteindelijke winnaar heb ik de fictieve maar felbegeerde Dan-weer-in-de-boekenkast-trofee, ofwel de DWIDB-trofee in het leven geroepen. Voor de schrijver in kwestie kan er helaas geen prijzengeld of andere rechten aan worden ontleend...

Boeken met elkaar vergelijken is erg moelijk, want waar ga je precies op af? Ik heb geen poging gedaan om met objectieve criteria te komen. Smaken verschillen nu eenmaal. En omdat een goed boek hoofdzakelijk een kwestie van smaak is, heb ik de boeken gekozen waarvan ik het meest heb genoten, waarvan ik direct na lezing het meest onder de indruk was of die het langst in mijn hoofd zijn blijven hangen. Daar gaan we:

Op de vijfde plaats is geëindigd de Tsechisch-Franse schrijver Milan Kundera, met een boek dat hij al in 1978 schreef. In juli las ik Het boek van de lach en de vergetelheid. De kracht van de boeken van Kundera zit hem vooral in de korte rake hoofdstukjes waarin filosofische thema’s op een verbluffend luchtige manier worden behandeld. Tegelijkertijd wordt er ook nog eens een fascinerend verhaal verteld.

De vierde plaats gaat naar het dunne boekje Bonsai van Alejandro Zambra. Bonsai is een juweeltje uit de pen van een Chileense schrijver van wie we nog veel gaan horen. Heel in het kort gaat het over jongen en een meisje, waarvan de een uiteindelijk sterft en de ander niet. Meer zeg ik niet over, je moet het zelf maar lezen. Ik zie uit naar het lezen van Zambra’s volgende boek ‘Het verborgen leven van bomen’, dat ik zodra ik weer terug ben in Nederland ga aanschaffen of ga bestellen bij de interessante en sympathieke jonge uitgeverij Karaat.

In de maanden April en Mei heb ik geprobeerd alle boeken te lezen die op de shortlist van de Librisliteratuurprijs 2010 stonden. Ik kwam tot vijf van de zes boeken en die waren bijna allemaal mooi. Op twee na: De bewaker van Peter Terrin vond ik niet mooi omdat ik het traag en saai vond; en Terug naar Walden van Walter van den Broeck vond ik niet mooi omdat het woordje mooi de lading niet dekt. Het was fantastisch, prachtig, hilarisch, en het eindigt daardoor op de derde plaats in mijn ranglijst van 2010. (Het enige boek van de shortlist dat ik niet las, was kleine dagen van Bernard Dewulf, het boek dat er uiteindelijk met de prijs vandoor ging.)

Het op een na beste boek dat ik in 2010 las is Een breuk in april van de Albenese literaire grootmeester Ismail Kadare, dat net als het hierboven genoemde boek van Kundera in 1978 verscheen. Kennelijk een goed jaar. Het was het zesde boek dat ik van deze schrijver las en allemaal waren ze van een even hoog niveau. Een breuk in april vertelt het aangrijpende verhaal van een jongeman die gevangen zit in de traditie van de bloedwraak. Van het begin tot het einde voelt het alsof je zelf midden in het verhaal zit.

De grote winnaar van 2010 is een boek dat in 2007 verscheen van de hand van een van de schrijvers die in mijn ogen zonder meer thuis hoort in de nieuwe Grote Drie van de Nederlandse literatuur. Nou ja, nieuw, hij draait al jaren mee... Het is een fabelachtig knap geschreven monoloog van misschien wel de grootste stilist van het Nederlandse taalgebied. De DWIDB-trofee 2010 gaat naar Datumloze Dagen van Jeroen Brouwers.


 Omdat ik het een hele moeilijke beslissing vond, en ik heel lang heb geschoven met titels en namen, kan ik het niet laten nog twee eervolle vermeldingen toe te kennen aan de boeken die het nét niet haalden. Waarom haalden ze het niet? Omdat ik nu eenmaal moest kiezen... Vaslav van Arthur Japin was een positieve verrassing (zie de bespreking hier); en Ruw van Marie Kessels doet je op een geloofwaardige manier beleven hoe het moet zijn om blind door het leven te gaan.

1 opmerking:

  1. Van deze lijst heb ik helemaal niets gelezen, al staat Kundera wel op mijn 'ooit nog eens' lijstje. De Libris shortlist lezen lijkt me ook leuk om een keer te doen. Wie weet dit jaar.

    BeantwoordenVerwijderen