Ronald Giphart is zo´n schrijver, ik zal het niet ontkennen, tegen wie ik jarenlang warme gevoelens van bevooroordeeldheid heb gekoesterd. Iets minder dan een decennium geleden, las ik het boek Phileine zegt sorry, en hoewel er af en toe wel eens een geamuseerde glimlach op mijn gezicht zal zijn verschenen, herinner ik me toch vooral de nogal platte onder- en boventoon van het boek. Misschien zegt het meer over mij, dan over Giphart of Phileine, maar alles wat me qua inhoud van dat boek is bijgebleven is de diepere betekenis van de uitdrukking ‘heulen met de vijand’ en van het eufemisme ‘van binnen doen’.
Voordat ik daadwerkelijk inga op het boek IJsland, moet gezegd worden dat de bevooroordeeldheid tegen de schrijver de laatste tijd een aantal scheurtjes begon te vertonen. De eerste aanleiding voor die scheurtjes was dat ik de heer Giphart met een zekere regelmaat op straat tegenkwam, omdat hij toevallig schuin tegenover het kantoor woonde waar mijn vorige werkgever gehuisvest was. Nu is iemand op straat tegenkomen natuurlijk nog niet voldoende om scheurtjes in een vooroordeel te laten ontstaan, maar het feit dat hij mij altijd bijzonder vriendelijk groette alsof ik zijn directe buurman was en de ongedwongen manier waarop hij vaak op straat met zijn dochtertje of een ander buurtkind een balletje trapte, stemde mij weldegelijk iets milder. De tweede aanleiding was het boek ´2001. Het leukste jaar uit de geschiedenis van de mensheid.’ Ik was erg onder de indruk van dit goed geschreven dagboek, vooral omdat ik uit de flashbacks naar Giphart’s kindertijd plotseling begreep hoe ongelooflijk verschillend mensen wel niet kunnen opgroeien: ik had niet het flauwste vermoeden dat er huishoudens bestonden waar het lezen van Jan Wolkers min of meer verplicht was en het kijken naar programma’s van de Evangelische Omroep verboden. De derde en laatste aanleiding voor de steeds groter wordende scheurtjes waren de onderhoudende Youtube filmpjes die de schrijver op zijn weblog postte. In de filmpjes deed hij verslag van de wordingsgeschiedenis van de roman IJsland en gaf daarbij interessante informatie over onder meer zijn techniek bij het schrijven van romans.
Dan de roman zelf. In IJsland treedt een personage op dat ook in twee eerdere boeken van Giphart de hoofdrol speelde: Giph. In deze roman is Giph iemand die zijn brood verdient met het verzinnen van grappen voor het cabarettrio waarvan hij deel uitmaakt. Al snel wordt duidelijk dat het beroepsmatig verzinnen van grappen niet betekent dat je altijd met een lach op je gezicht rondloopt. Nadat een langdurige liefdesrelatie strandt, belandt hij in een kortstondige, op een depressie gelijkende, gemoedstoestand. De zwangere Teaske uit Leeuwarden op wie Giph plotseling hevig verliefd wordt, trekt hem daar weer uit op. De relatie tussen Teaske en Giph schiet als een pijl uit de startblokken. Korte tijd later baart Teaske een zoontje, Bent, en het jongetje wordt zonder de minste terughoudendheid door Giph aangenomen als zijn eigen zoon. In een gesprek met zijn ex Samarinde, die het er bij hem in wrijft dat hij de vader niet is, legt hij uit waarom:
‘Waarom sloof je je zo voor hem uit? Jij bent de vader niet, hoe erg je ook je best voor hem doet.’
Het waren dingen die alleen zij zo snerpend hard kon zeggen. De ijskoude vlakte tussen twee voormalige geliefden. Bedachtzaam nam ik een slok van mijn koffie en liet haar uitrazen. De vrouw voor wie ik in de diepte had willen springen.
Nee, ik heb Bent niet verwekt. Ergens aan het begin van Bents leven was een onbekend, waarschijnlijk Italiaans celletje met een staartje hiervoor verantwoordelijk. Maar weet je hoe minuscuul zo’n zaadje is? Dat is met het blote oog totaal onzichtbaar. Is het dankzij zo’n verwaarloosbaar klein visje dat ik niet de vader ben? Bent, het joch, is in mijn huis, in mijn bed geboren. Ik heb zijn navelstreng doorgeknipt.
De roman bestaat uit een serie brieven van Giph aan de lezer, geschreven vanuit IJsland waar hij met zijn cabaretgroep op adem probeert te komen na een uitputtende theatertournee. De titel IJsland duidt echter op meer dan alleen de locatie van waaruit het verhaal wordt verteld. De roman gaat ook over hoe koud en glad als ijs de wegen die je in het leven bewandelt soms kunnen zijn. Vooral op het gebied van de liefde, maar in deze roman ook, zij het zijdelings, op thema´s als vriendschap en financiën.
Twee dingen vond ik het zeer verrassend aan IJsland. Het is eerste is dat Giphart in staat is prachtig Nederlands proza te scheppen. En dan bedoel ik niet prachtig in de betekenis van poëtisch, maar in de betekenis van welbespraakt, soepel, enorm goed lopend. Het tweede is dat ik bij het dichtslaan van het boek, meer dan ik wilde toegeven, echt geraakt was door het verhaal, met name door het aangrijpende slot. Mijn warm gekoesterde vooroordeel tegen Giphart heeft met IJsland een dusdanige dreun te verwerken gekregen, dat ik niet weet of het daar ooit weer bovenop komt.
Met dank aan E.P., L.S. en F.v.E te U. van wie ik dit boek helemaal vanuit Nederland als verjaardagscadeau kreeg.
Ronald Giphart, IJsland (2010). Uitgeverij Podium, ISBN: 978 90 5759 446 5, 221 pagina’s.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten