maandag 9 mei 2011

De balans van 6 weken Librislezen

Wie hoop ik dat er wint?
Na zes weken lezen, maak ik nog snel even de balans op voordat we vanavond te horen krijgen wie er dit jaar met de eer en met het geld vandoor gaat. Welk boek heeft mijn persoonlijke voorkeur? Allereerst vind ik dat de jury van de prijs dit jaar een overwegend goed lijstje heeft afgeleverd. Er was geen saai, slecht, te hoogdravend of oninteressant bij. Wel heb ik een persoonlijke hierarchie aangebracht. Helaas op de zesde plaats komt wat mij betreft Tikkop van Adriaan van Dis. Het boek kon mij te weinig boeien. Het kwam te laat op gang en sprong iets teveel heen en weer tussen heden en verleden waardoor ik de draad kwijtraakte. Op de vijfde plaats eindigt De Maagd Marino van Yves Petry. Een fascinerend boek dat de extreme kanten van het menselijk denken en gedrag bestudeert, maar te vaak raakte ik uit het verhaal en leek ik verzeild geraakt in een essay van Petry over zijn literatuuropvatting. Ook net buiten de medailles valt Peter Buwalda met zijn debuut Bonita Avenue. Ik had maar weinig aan te merken op dit meeslepende en spannende verhaal, maar net als bij sollicitatieprocedures zijn andere kandidaten soms gewoon net iets beter. Als ik toch iets moet noemen, het zijn vooral twee van de drie hoofdpersonages die af en toe net het randje van het acceptabele overschrijden als het gaat om geloofwaardigheid. Op de derde plaats staat voor mij Superduif van Esther Gerritsen. Dit mooie portret van een vreemd, afwijkend, typisch meisje met reddersfantasieën is helemaal raak en ik zou er dan ook geen moeite mee hebben als Gerritsen hiervoor beloond wordt met de 50.000 euro die voor de prijs staat. Datzelfde geld voor De Omweg van Gerbrand Bakker. Bakker heeft bewezen geen one-hit-wonder te zijn en begint een stevige plaats te veroveren aan de voorhoede van het huidige Nederlandse schrijversgilde. De Omweg vond ik de op-een-na beste Libris genomineerde van 2011. Ja… en zoals bij elke wedstrijd kan er maar één de winnaar zijn. Arnon Grunberg is zonder twijfel De Grote Eén van dit moment en na het overlijden van Mulisch de enige Nederlandse schrijver die in aanmerking komt voor het vrijgekomen plekje op de wedlijsten voor Nobelprijskanshebbers (zij het pas over een jaar of 10). Huid en Haar is weer een typisch Grunberg-boek en dus een erg goed boek van zeer hoge kwaliteit. Het predikaat ‘mooi’ zou ik er niet op willen plakken en hoewel ik af en toe hardop gelachen heb, kan ik evenmin zeggen dat ik heel erg van de roman genoten heb. Daarvoor is de inhoud te zwart en spreekt er een te pessimistisch wereldbeeld uit. Toch ben ik de boeken van Grunberg als een must gaan zien. Niemand houdt je zo goed op de hoogte van de huidige tijdgeest met al haar weerzinwekkende, afzichtelijke, maar ook komische dimensies. Mijn ongevraagd advies aan Philip Freriks en de zijnen is dus, geeft die prijs maar aan de grote afwezige vanavond, want daar hoort-ie toch het meeste thuis.    

En wie verwacht ik dat er wint?
Het is overbodig te zeggen dat het moeilijk is om te voorspellen wie de prijs mee naar huis mag nemen, maar omdat speculeren leuk is, zet ik hier toch wat gedachten op een rijtje. In tegenstelling tot voorgaande jaren wordt er in de pers geen uitgesproken favoriet genoemd, zoals vorig jaar (Lanoye) en het jaar daarvoor (Mutsaers) en het jaar daar weer voor (Brouwers). Niet dat zoiets een goede voorspeller is, want in geen van de drie jaargangen ging de prijs ook echt naar de favoriet. Wat verder opvalt als je naar voorgaande jaren kijkt, is dat de jury’s van 2010 en 2009 vooral de stijl van de winnaar leken te willen belonen. In beide gevallen kwam er een Vlaamse winnaar uit de bus, in 2009 was dat Dimitri Verhulst en in 2010 Bernard Dewulf.

Als de huidige jury opnieuw naar stijl kijkt, zou er ook nu weer een Vlaamse winnaar uit kunnen rollen. Misschien is het omdat het secure en nette Nederlands van de meeste Vlamingen bij Nederlanders in de smaak valt. Yves Petry lijkt mij voor 2011 geen onwaarschijnlijke winnaar.

Dan is er nog het simpele feit dat als Arnon Grunberg op de shortlist staat, hij ook automatisch een net iets grotere kanshebber is dan de rest. Dit heeft met zijn staat van dienst te maken en waarschijnlijk ook gewoon met de kwaliteit van zijn werk.

Het zou wat flauw zijn om alle titels te noemen dus ik beperk me tot drie. Naast Petry en Grunberg zie ik Peter Buwalda als de grootste kanshebber. Het gebeurt niet vaak dat een debutant een grote prijs wint, maar Buwalda zou wel eens een uitzondering kunnen zijn. Vooral door de spanning en de vaart in het boek, past het goed in de huidige smaak van het grote publiek. Niet dat ik de jury ervan beschuldig te bezwijken voor commerciële belangen, maar wellicht dat er ergens in het onderbewuste van de leden toch iets in die richting meespeelt. En het is maar de vraag of dat per se onterecht is. We gaan het zien vanavond…

Libris shortlist - deel 4

Peter Buwalda - Bonita Avenue
Op een internationaal boekenforum heb ik ooit eens in al mijn wijsneuzerige eigenwijsheid beweerd dat debutanten die met een roman komen van meer dan 500 pagina’s aan grenzeloze zelfoverschatting lijden. En hoewel ik het allemaal wat overdreven en stellig neerzette om een discussie over te dikke boeken uit te lokken, vond ik toch echt dat er een kern van waarheid in mijn betoog zat. Na het lezen van Peter Buwalda’s eerste boek is gebleken dat als mijn bewering waar is, er in elk geval een uitzondering op de regel bestaat. Bonita Avenue is een debuut van meer dan 500 pagina’s waarvan de schrijver zichzelf niet heeft overschat.

Op 13 mei 2000 ontploft in Enschede de vuurwerkfabriek van SE fireworks. De vuurwerkramp speelt in het boek een belangrijke rol. Het is zowel een belangrijk symbool voor het uitelkaar spatten van de familie die in het boek centraal staat, als een belangrijke gebeurtenis met grote invloed op de levens van de drie hoofdpersonen. Bonita Avenue is typisch zo’n boek dat je slapeloze nachten bezorgt, niet omdat je vanwege de inhoud geen oog meer dichtdoet, maar omdat het verhaal zo meeslepend is dat je het licht nog lang niet uit wilt doen, omdat je nog lang niet wilt stoppen met lezen. Wat vooral knap is, is hoe Peter Buwalda alles in het dikke boek bij elkaar heeft weten te houden. Het verhaal gaat een heleboel kanten op omdat er veel verhaallijnen inzitten met een flinke dosis uitstapjes in de vorm van flashbacks. En toch blijft het één verhaal.

“Ik heb mezelf tijdens het schrijven een beetje in de nesten gewerkt.”, merkt Buwalda op in een kort televisieportret van Casa Luna. Hij refereert hier aan zijn hoofdpersonage dat hij naast topjudoka ook nog eens internationaal topwiskundige heeft gemaakt. Opzichzelf is dat feit nog niet zo bijzonder, multi-talenten bestaan. Maar dit raakt wel aan wat ik een wat mindere kant van het boek vind. De uitwerking van het hoofdpersonage Siem Sigerius en in iets mindere mate dat van zijn stiefdochter Joni balanceren hier en daar op het randje van wat geloofwaardig is. Nu hebben we met een roman te maken, dus als lezer spreek je met de schrijver af dat je niet al te moeilijk doet over dingen die je in het echte leven niet zo één, twee, drie tegenkomt. Maar toch, als dergelijke dingen gaan afleiden van het verhaal, dan ben je als schrijver misschien net te ver gegaan. Deslaniettemin heeft Buwalda voor zijn debuut een hele dikke voldoende gescoord. In hetzelfde filmpje van Casa Luna zegt hij al met een tweede roman bezig te zijn. Dat is goed nieuws. Ik ben heel benieuwd wat we nog meer kunnen verwachten van iemand die op dit niveau debuteert.

maandag 2 mei 2011

Libris shortlist - deel 2 & 3

Gerbrand Bakker – De Omweg
Een grote hoeveelheid liefdevolle natuurbeschrijvingen, een flinke portie eenzaamheid, een scheutje plattelandsstilte, een korte stoet excentriekelingen en een verzameling pijnlijke herinneringen uit het verleden en het kan niet anders dan over een roman van Gerbrand Bakker gaan. Met De Omweg wendt Bakker een al enkele malen eerder beproefde strategie aan.

De verwachtingen waren niet hoog, tenminste niet bij mij. Na het overweldigende internationale succes van Boven is het stil, viel de roman Juni mij tegen. Het was nogal veel van hetzelfde en de verhaal kabbelde wat te traag en hier en daar wat onnatuurlijk voort. Mij bekroop het gevoel dat we met one-trick-pony te maken hadden, maar met De Omweg heeft Gerbrand Bakker dat alles ontkracht. 

Het meest fascinerend aan het verhaal van de Nederlandse vrouw die gevlucht is naar het platteland van Wales, is de manier waarop de vragen die in het begin bij de lezer worden opgeroepen, op precies het juiste tempo worden beantwoord. Steeds meer wordt duidelijk over wat er zich heeft afgespeeld voor het begin van het verhaal en over waarom de vrouw huis en haard heeft achtergelaten. De Omweg is net als Boven is het stil een boek waarin niet veel gebeurt, maar eigenlijk toch heel veel.

Esther Gerritsen – Superduif
Bonnie, de hoofdpersoon in Superduif verandert af en toe in een mensgrote duif die een variant is op Superman. Als Superduif redt ze de levens van willekeurige mensen of dieren die in een gevaarlijke situatie zijn beland. Op het eerste gezicht een vreemd gegeven voor een verhaal, maar goed passend bij het beeld wat van het hoofdpersonage wordt gecreëerd. Esther Gerritsen heeft een geloofwaardige beschrijving neergezet van een nogal ‘typisch’ meisje. Een meisje dat in een eigen wereld lijkt te leven en niet of nauwelijks aansluiting vindt bij de rest van wereld.

‘Esther Gerritsen? Connaîs pas.’, zei Adriaan van Dis bij de bekendmaking van de genomineerden voor de Librisprijs. Herkenbaar, want ik had haar naam wel eens zien of horen langskomen, maar ik nog niet eerder iets van of over haar gelezen. Uit de inleiding van Philip Freriks bij diezelfde bekendmaking kreeg ik de indruk dat we misschien ook wel eens met een zogenaamde excuus-truus te maken konden hebben. Er moest toch een vrouw op het lijstje. Ook hier begon ik dus aan het boek, ik betrap me er telkens weer op, met een gezond vooroordeel.

Het mooiste aan het boek is dat je het personage van Bonnie zo levensecht wordt neergezet dat je je goed in haar kunt inleven. Bij mij zorgde dat ervoor dat ik me bijna ging afvragen of ik niet tóch met een soort magisch realistische roman te maken had, met andere woorden, dat het tóch waar was wat Bonnie geloofde, en eerlijk gezegd hoopte ik er bijna op. De ontknoping was daardoor aangrijpend en ontnuchterend.

Van beide boeken, Superduif en De Omweg is het inmiddels een tijdje geleden dat ik ze heb gelezen. Hoewel ik direct na het dichtslaan van het boek De Omweg iets beter vond dan Superduif, blijft Superduif langer hangen. Iedere keer als ik een grijze stadsduif zie, en die scharrelen hier natuurlijk volop rond in Utrecht (waar niet?), denk ik aan Bonnie en aan het breken van de schouderbladen en het uitvouwen van de duivenvleugels.

Kortom twee mooie romans, twee aanraders en wat mij betreft twee kanshebbers voor de eindoverwinning op 9 mei.