I find people confusing. Met deze veelzeggende woorden begint een van de eerste hoofdstukken van het boek The curious incident of the dog in the night-time. Aan het woord is de 15-jarige Christopher John Francis Boone, die alle landen ter wereld en hun hoofdsteden van buiten kent en alle priemgetallen tot 7.507 weet. “Een klein professortje”, zo zou je Christopher kunnen typeren. Hij heeft gedetailleerde kennis op het gebied van de hogere wiskunde en een bijzondere interesse in ingewikkelde technologische apparaten. “Kleine Professortjes” was de benaming die de Oostenrijkse kinderarts Hans Asperger gebruikte voor de kinderen die hij onderzocht, kinderen met het syndroom dat later naar hem werd vernoemd. Hoewel Mark Haddon eens liet weten dat hij tijdens het schrijven van het boek niet specifiek het syndroom van Asperger op het oog had, doet de stoornis waaraan Christopher lijdt wel het meest denken aan die variant uit het autismespectrum.
Het verhaal wordt beleefd vanuit het perspectief van Christopher. Hij is een onderzoek begonnen naar de moord op Wellington, de hond van zijn buurvrouw. Met de bevindingen probeert hij een detective roman a la Sherlock Holmes te schrijven. Tussen het speuren door vertelt Christopher over zichzelf en over wat hij buiten de speurtocht naar de moordenaar meemaakt. Hij wil graag astronaut worden omdat hij dan met ingewikkelde machines mag werken en omdat hij zich dan mag opsluiten in een kleine overzichtelijke ruimte waar niemand aanwezig is en waar niemand hem kan aanraken.
De redeneertrant, de logica, de angst, de woede-uitbarstingen zijn knap en geloofwaardig door Haddon beschreven. Het is heel aannemelijk dat je de wereld ongeveer zo beleeft als je deze vorm van autisme hebt: hoofdzakelijk vermoeiend en bedreigend omdat mensen en hun gedrag niet altijd in categorieën onder te brengen zijn en omdat er zo ongelooflijk veel informatie tegelijkertijd op je afkomt. Om al die informatie te verwerken, moet die worden opgeknipt in kleine behapbare brokken. Christopher zelf vergelijkt het met een lopende band in een fabriek die met te hoge snelheid draait, zodat de producten zich beginnen op te hopen met enorme stress tot gevolg.
Hoewel Christopher stelt dat hij geen humor in zijn detectiveroman heeft opgenomen (Christopher begrijpt humor over het algemeen niet omdat je bij humor begrippen veelal figuurlijk moet opvatten), levert zijn verteltrant toch regelmatig grappige momenten op. Bijvoorbeeld wanneer hij vertelt over een medeleerling op zijn speciale school die hem vertelt dat hij nooit astronaut zal worden:
Terry, who is the older brother of Francis, who is at the school, said I would only ever get a job collecting supermarket trollies or cleaning out donkey shit at an animal sanctuary and they didn’t let spazzers drive rockets that cost billions of pounds.
[…]
I’m not a spazzer, which means spastic, not like Francis, who is a spazzer, and even though I probably won’t become an astronaut I am going to go to university and study Mathematics […] But Terry won’t go to university. Father says Terry is most likely to end up in prison.
Op zijn speurtocht naar de moordenaar van Wellington, komt Christopher onverwacht dingen op het spoor die zijn leven ingrijpend veranderen. Als lezer reis je met Christopher mee, waardoor je je goed met hem kunt identificeren. Je krijgt dezelfde informatie als Christopher, er is geen sprake van een alwetende verteller die je een voorsprong geeft. Toch, en dat is het interessante aan de vertelconstructie die Haddon heeft gekozen, heb je meer kennis dan Christopher, want informatie is nog geen kennis en jij als lezer kunt nu eenmaal beter en sneller dan Christopher verschillende brokken informatie combineren en verwerken en daaruit je conclusies trekken. Christopher staat telkens op het punt de dingen te ontdekken die jij al eerder hebt ontdekt, en omdat de meeste ontdekkingen geen plezierige ontdekkelingen zijn, komt al snel een gevoel van medelijden met Christopher om de hoek kijken.
Hoewel de persoon van Christopher vooral sympathie opwekt, laat het verhaal ook zien hoe moeilijk en soms zelfs irritant het kan zijn om met iemand als Christopher om te moeten gaan. Het gedrag dat wij als lezer kunnen verklaren omdat we zijn denkprocessen kennen, komt op direct betrokkenen in het verhaal soms extreem egoïstisch of egocentrisch over. Het is dan ook goed te begrijpen dat niet iedereen altijd zijn geduld met Christopher kan bewaren.
Is The curious incident of the dog in the night-time een aanrader? Ja, absoluut. Een goede roman is in staat je een stukje van de wereld te laten zien, waar je anders geen toegang toe hebt. Haddon heeft een geslaagde poging gedaan zich te verplaatsen in de belevingswereld van een vijftien jarige jongen met een vorm van autisme. Daarmee stelt hij de lezer in staat nieuwe inzichten op te doen door hem iets meer te laten begrijpen van die belevingswereld. Het boek is dus interessant en inzichtelijk, maar dat niet alleen, The curious incident of the dog in the night-time is daarnaast ook ontroerend, af en toe best spannend, en soms bijzonder vermakelijk.
Mark Haddon, The curious incident of the dog in the night-time (2003). ISBN: 978-0385512107, 226 pagina's.